Europa vergrijst: het aandeel 65-plussers van de bevolking wordt steeds groter. Om al deze ouderen te verzorgen moet de zorg efficiënter worden ingericht. Thuiszorg kan daarbij helpen. Veel ouderen krijgen liever zorg aan huis van mantelzorgers en professionele thuisverpleegkundigen, dan dat ze naar een zorginstelling gaan. Door de combinatie van mantelzorgers en professionele verzorgers is thuiszorg daarbij ook erg efficiënt. Thuiszorg zal de komende jaren een steeds belangrijker onderdeel worden van het zorgsysteem in Europa.
Thuiszorg is de zorg voor ouderen of mensen met een beperking waardoor iemand veilig en zo zelfstandig mogelijk thuis kan blijven wonen. Zowel professionele zorgverleners als mantelzorgers kunnen die zorg geven. Zij doen dit bij de patiënt thuis, vandaar de naam ‘thuiszorg’. Thuiszorg bestaat in 2 of 3 vormen: persoonlijke verzorging, verpleging en huishoudelijke hulp. Onder persoonlijke verzorging verstaan we onder andere hulp bij het douchen, aankleden en eten. Bij de verpleging wordt er hulp geboden in de vorm van bijvoorbeeld wondverzorging, verzorging van een stoma en het geven van medicijnen. De meeste mensen krijgen hulp bij verzorging én verpleging. Met huishoudelijke hulp wordt de ondersteuning bedoeld om het huis proper te houden. Denk hierbij aan de was doen, stofzuigen en de badkamer poetsen. Huishoudelijke hulp valt in sommige landen wel onder thuiszorg maar in het andere niet. In het laatste geval is huishoudelijke hulp dan onderdeel van thuishulp.
Thuiszorg is een onderdeel van langetermijnzorg. Hoewel de naam doet vermoeden dat langetermijnzorg gaat om het verzorgen van mensen voor een lange periode, hoeft dit niet per sé zo te zijn. Langetermijnzorg gaat om de zorg voor mensen die niet voor zichzelf kunnen zorgen. Dit kan gaan om mensen met een handicap, ouderen of mensen die revalideren na een operatie. Langetermijnzorg kan thuis worden geleverd of in het zieken- of verzorgingstehuis.
Als iemand vroeger zorg of hulp nodig had kon hij of zij naar een verzorgingstehuis. Daar waren verzorgers en verplegers die de juiste langetermijnzorg konden bieden. Nu verschuift de langetermijnzorg voor ouderen van de zorginstellingen, zoals verzorgings- en ziekenhuizen, naar zorg aan huis. Dat heeft ermee te maken dat thuiszorg in veel gevallen een betere optie is dan zorg in een zieken- of verzorgingstehuis. Omwille van het welzijn van de persoon en de kosten van de zorg.
Uit meerdere onderzoeken blijkt dat een ziekenhuisopname risico’s voor ouderen met zich meebrengt. De combinatie van het ouder worden, een ziekenhuisopname en veel bedrust zorgt bij veel senioren voor een vermindering van de zelfstandigheid. Door mensen juist in hun eigen omgeving te laten wonen en te ondersteunen bij wat zij niet meer zelf kunnen, behouden ze meer zelfstandigheid.
Zorg aan huis is beter af te stemmen op de behoeften en wensen van de oudere. Ouderen krijgen vaak thuiszorg van professionele zorgverleners én van mantelzorgers. Door deze combinatie krijgt de oudere vaak de best passende zorg. Hoewel alle landen in Europa wel een vorm van thuiszorg hebben, zijn er altijd zorgbehoeften die niet worden vervuld door de professionele zorgverleners. De mantelzorgers vullen deze ontbrekende zorg aan. Dit kan gaan om psychologische ondersteuning en sociale zorg. Mantelzorgers, vaak echtgenoten of kinderen, nemen meer tijd om bijvoorbeeld een wandeling te maken en even bij te praten. Dat is belangrijk om eenzaamheid onder ouderen te voorkomen.
Overheden investeren meer in thuiszorg omdat dit voordeliger kan zijn dan zorg in zorginstellingen. Dit komt onder andere door de combinatie van professionele zorg van verpleegkundigen en informele zorg van mantelzorgers. Nieuwe technologieën maken de thuiszorg een stuk efficiënter. Met nieuwe producten en technieken zijn sommige behandelingen thuis mogelijk. En ook het coördineren van de zorg wordt makkelijker door de ontwikkelingen.
Europa geeft gemiddeld 9,9% van het bruto binnenlands product (bbp) uit aan gezondheidszorg. Het bbp is de totale waarde van de productie en geleverde diensten van een land min de kosten, zoals inkoop- en personeelskosten. Het bbp wordt meestal per jaar berekend. Van het gezondheidszorgbudget gaat tussen de 1% en 5% naar de thuiszorg volgens het Home Care across Europe rapport.
In de meeste Europese landen wordt langetermijnzorg door meerdere bronnen betaald. Een van de bronnen is de belastinginkomsten van de overheid. Dit is een manier om de kosten van de zorg over de inwoners van een land te verdelen. Ook mensen die geen gebruik maken van deze zorg betalen hieraan mee. De belasting kan nationaal, regionaal of per gemeente worden geheven. Ook via zorgverzekeringen worden de kosten verdeeld over grote groepen mensen. Europa kent zowel verplichte als vrijwillige zorgverzekeringen die de kosten voor thuiszorg dekken.
Ook zijn er manieren om de kosten te financieren zonder een beroep te doen op de gehele bevolking, en dus op mensen die de zorg niet nodig hebben. Derde partijen, zoals non-profitorganisaties en goede doelen, kunnen door schenkingen bijdragen aan thuiszorg. Sommige landen krijgen subsidies van de EU. De laatste manier om langetermijnzorg te financieren is door de kosten (deels) te laten betalen door de zorgbehoevende.
In de meeste landen in Europa wordt thuiszorg (gedeeltelijk) vergoed door de overheid. Sommige landen vergoeden meer dan andere landen. Elk land heeft een eigen manier om de zorg aan huis te financieren. In Noord-Europa, in landen zoals Nederland en Zweden, betalen de lokale overheden voor het grootste gedeelte de langetermijnzorg. De bevolking draagt de grootste kosten waardoor de burger lagere kosten heeft als hij of zij zorg nodig heeft. In de oostelijke landen zoals Bulgarije en Kroatië is de langetermijnzorg bijna niet geregeld door de overheid. De publieke kosten zijn laag, maar de kosten voor de zorgbehoevende juist hoog. De overheden van landen zoals Frankrijk en Oostenrijk hebben langetermijnzorg gedeeltelijk geregeld. Als gevolg betaalt de bevolking een middelgroot deel van de kosten en de persoon zelf ook. In landen zoals Italië en Griekenland zijn mensen die zorg nodig hebben grotendeels afhankelijk van mantelzorgers. De overheid biedt slechts beperkte steun voor langetermijnzorg. De bevolking betaalt weinig aan thuiszorg, maar de gebruiker van de zorg betaalt juist veel.
Als de overheid geen vergoedingen heeft voor thuiszorg zijn de meeste mensen afhankelijk van mantelzorgers. Een andere optie is om zelf hulp in te huren. In veel gevallen wordt ingehuurde thuisverpleging en -zorg geleverd vanuit een thuiszorgbedrijf. Het is echter ook mogelijk om zelfstandige thuisverpleging in te huren. Bij privéverpleging aan huis bepaalt de zorgvrager zelf wanneer en hoeveel zorg er nodig is. Is er langdurige intensieve zorg nodig? Dan kan er ook gekozen worden voor een inwonende verpleegkundige.
In Zuid-Europa zijn ouderen al voor een groot deel afhankelijk van hun partner en kinderen als mantelzorger. In die regio kan de mantelzorg nog worden aangevuld met professionele thuiszorg. In het noorden werd de zorg juist aangeboden in verzorgingstehuizen. Maar er is een verschuiving te zien naar zorg aan huis. Thuis verpleging blijkt een efficiënte manier van zorg te zijn waarin mantelzorgers en verpleegkundigen elkaar versterken. Samen geven ze ouderen de best mogelijke zorg. Thuiszorg is een goede manier om iedereen die dat nodig heeft te kunnen verzorgen. Vooral in Europa waar het aandeel van de oudere bevolking steeds groter wordt.
Meer over langer thuis wonen